WONEN IN ITALIË – Slecht weer
We worden geplaagd door onweersbuien. Dag in dag uit. De dag begint meestal nog wel droog, maar al snel komen er dreigende wolken opzetten en hoor je in de verte het gerommel.
En uiteindelijk plenst het van de regen. Daarna klaart het meestal weer op en schijnt de zon en wordt het weer warm. Tot het weer begint te onweren. Dit gebeurt nu al wekenlang iedere dag.
Er zijn ook dagen dat het 's morgens al knudde is, zoals woensdag. Zelden zoveel water naar beneden zien komen, één gordijn van regen en het hield maar niet op. Het water golfde door de straat.
Toen Grazia me, net na een hevige donderslag, in m'n Rode Kruis-uniform naar buiten zag komen, gilde ze: "Niet weggaan Christina, veel te gevaarlijk!" Maar ik moest op pad met de bloedmonsters en ik ben niet bang van regen.
Bij de ASL (soort GGD) werd me op het hart gedrukt langzaam te rijden omdat er overal kleine watervalletjes van de bergen kwamen en het gevaar van 'frane' steeds groter werd.
Als een berg zich vol water gezogen heeft, kan ie gaan schuiven en alles op z'n weg meesleuren. Ook kan de dalkant van de weg door het gewicht van het verkeer dan naar beneden zakken.
Maar het viel allemaal mee. Ik ben niet weggespoeld en bracht m'n bloedmonsters naar het ziekenhuis en haalde bij de ziekenhuis-apotheek dozen vol medicijnen op voor het verpleeghuis in Monesiglio.
Daar nam de Duitse verpleegster die daar werkt alles in ontvangst. "Goed gegaan op de weg?" vroeg ze me. Toen ik 'ja' zei, voegde ze eraan toe: "Ach ja, wij Duitsers en Nederlanders zijn wel wat gewend."
Voordeel van deze dagelijkse buien is dat alles wat maar een beetje een worteltje heeft, groeit en zich naar het daglicht worstelt. Je ziet hele velden vol wilde bloemen. De natuur is prachtig.
Tuinieren is lastig. Ik doe het toch, al is de grond nat en dus modderig. Maar anders neemt het onkruid de regie in de tuin over en dat laat ik liever niet gebeuren.
In de moestuin heerst euforie. Bij de aardbeien die rood opbloeien en bij de slakken die hun buikje ermee rond eten. De tuinbonen werken zich deinend omhoog en ook de 'bietole' produceren steeds uitbundiger bladeren. Ik was te laat met de spinazie. Pas toen er bloemen uit de spinazie begonnen te groeien, begreep ik dat ik allang had moeten oogsten.
De mevrouw van een groentewinkel in Dogliani leerde me een lesje over de seizoenen. Ik had weer eens eters en ik vroeg haar wat voor groente ik bij zalm zou kunnen presenteren. Ik dacht zelf aan spinazie en een sinasappelsalade.
"Het sinaasappel seizoen is voorbij" zei ze streng. "Dus maak je nu geen sinaasappelsalade. Ook spinazie is voorbij, het is nu de tijd van de 'fagiolini' (sperziebonen).
Jullie buitenlanders zijn 'malviziati' (verwend maar op een negatieve manier). Jullie kopen alles in de supermarkt, waar je het hele jaar door alles kunt krijgen. Jullie kijken niet naar de seizoenen."
Ze had helemaal gelijk en even later ging ik met een vracht sperziebonen de deur uit. Niet voordat ze me had uitgelegd hoe ik er een koude salade van kon maken. Wie nog twijfelt: het is nu dus echt het seizoen van de sperziebonen.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.